Marieke van der Meer en Vadim Gryadov: kunstenaarssprookje krijgt vervolg in Utopia
Voor het prachtige Jubileumboek van Utopia – een Rotterdams collectief op het snijvlak van kunst en techniek – interviewde ik in 2018 een architect/vormgever, een architectuurfotograaf, een kunstenaar-fotograaf , een kunstenaar-café-exploitant, en de beeldhouwers Marieke van der Meer en Vadim Gryadov. Het gesprek met de twee laatsten druk ik hier af. Onder het motto: liefde en kunst in tijden van corona. Het jubileumboek kun je hier bekijken. Tik mijn naam in het zoekvak om de andere interviews te lezen.
DOOR CARL STELLWEG
Het leven van Marieke van der Meer en haar Russische levenspartner en collega Vadim Gryadov heeft iets van een sprookje, maar het is een sprookje vol paradoxen.
Jarenlang leefden ze uit hun koffer, reisden ze de wereld rond, waren ze tachtig procent van de tijd onderweg voor hun werk.
Wat voor werk? Sprookjesachtig werk. Zand- en ijssculpturen maken. Zij en hun vakgenoten vormen misschien een van de kleinste en meest bevoorrechte moderne nomadenstammen: er zijn wereldwijd hooguit zo’n 150 fulltime zand- en ijssculpturenmakers, globetrotters die elkaar voortdurend tegenkomen bij de exclusieve projecten waar ze niet zelden samen aan werken en waarmee ze, eerlijk is eerlijk, een zeer goed belegde boterham verdienen.
Wanneer je zo’n zigeunerbestaan leidt, dus bijna nooit thuis bent, kun je eigenlijk geen relatie hebben, tenzij met een andere zigeuner die hetzelfde doet als jij. Die van diezelfde, bovengenoemde nomadenstam is.
Dat geluk overkwam Marieke en Vadim: ergens aan het begin van dit decennium zaten ze zeven uur met elkaar in de trein van Noord naar Zuid-Duitsland, en aan het einde van die reis was ‘thuis’ voortaan waar ze samen waren, waar ter wereld dat ook was.
Je zou ermee willen ruilen, zeker als je nog jong bent, en toch is aan dat reizen, het living the dream, nu grotendeels en geheel vrijwillig een einde gekomen. Het stel – zij 31, hij 35 – is neergestreken aan de Watertorenweg in Kralingen en maakt sinds een jaar deel uit van het jubilerende collectief Utopia.
De zand- en ijssculpturen hebben ze grotendeels achter zich gelaten, het is tijd voor nieuwe ideeën, nieuw materiaal, een nieuw leven, zo klinkt het eensgezind.
Maar eerst toch even de vraag hoe je dat überhaupt wordt, zand- of ijsbeeldhouwer. Antwoord: daar rol je toevallig in, al is talent, verdomd veel talent, natuurlijk een eerste vereiste.
Marieke studeerde af in klinische neuropsychologie, maar ging ook twee avonden in de week naar de kunstacademie in Den Haag. En: ‘Hoe interessant ik de relatie tussen brein en gedrag ook vind, die twee avonden waren waar mijn hart naar uitging.’
Even was er de mogelijkheid dat ze wetenschap en creativiteit kon combineren bij Philips Design, waar ze stage liep, maar juist toen raakte ze betrokken bij een groot zandsculptuurproject waaraan ook een hoop Russen meededen. ‘Onder wie mijn latere eigen Rus’ – Vadim lacht bescheiden – ‘en hun inbreng was enorm inspirerend omdat zij een figuratief meesterschap en kennis van de menselijke anatomie aan de dag legden die volgens mij in Nederland verloren zijn gegaan.
‘De nadruk is hier na de Tweede Wereldoorlog op het conceptuele komen te liggen. Het ging vooral om het verhaal achter de kunst, en niet meer zozeer om het ambachtelijke. Dat is in Rusland wel anders, en dat wilde ik ook dolgraag leren. Toen stond voor mij vast wat ik ging doen.’
Op haar zestiende was ze al in aanraking gekomen met de Zandacademie, die begin jaren negentig in Den Haag werd opgericht en workshops en teambuildingsvenementen organiseert, en zij droeg daaraan een steentje bij, ’want ik vind het heerlijk om voor een groep mensen te staan en iets te vertellen.’
Haar eerste eigen zandsculptuur maakte ze in 2006. ‘Maar eigenlijk kon ik er nog steeds niet zo veel van toen ik die Russen tegenkwam. Pas vanaf dat moment heb ik het vak echt geleerd, onder meer door online lessen te volgen van de kunstacademie in Moskou, samen met Vadim. Hij vertaalde voor mij.’
Vadim, op zijn beurt, studeerde aan de Academie voor architectuur en kunsten in Jekatarinenburg in de Oeral, maar vond net als veel andere architecten geen emplooi meer na de crisis in 2008.
Gelukkig werd er op zijn academie toentertijd iemand gezocht voor een internationaal zandsculptuurproject. Iemand die: 1) kon beeldhouwen – dat kon hij – 2) Engels kon spreken – dat sprak hij – en 3) sterk genoeg was om grote blokken geperst zand te tillen.
Afijn, hij en niemand anders was the man for the job.
En zo klom Vadim in korte tijd op tot de internationale top van zand- en ijsbeeldhouwers. En ontpopte hij zich daarmee ook tot een kunstenaar die wars is van conventies. ‘Nogal wat collega-kunstenaars in Rusland die ook zand- en ijssculpturen maken zien dit zelf enkel als een manier om snel geld te verdienen, en niet als kunst,’ zegt hij. ‘Waarom niet? Om allerlei gekke redenen. Omdat zand niet artistiek zou zijn, want kinderen maken al zandkastelen. Omdat kunst iets zou zijn wat je in een atelier maakt, en daar passen zand en ijs niet in. Omdat het Disney-kunst zou zijn.’
Dat klinkt vies commercieel, maar het vreemdste van alles is vervolgens de premisse dat zand- en ijssculpturen geen kunst zijn omdat ze geen handelswaarde vertegenwoordigen.
‘Iemand betaalt ervoor om het ergens te laten neerzetten, maar je kunt het niet kopen, kunt er niet in beleggen,’ zegt Vadim. ‘Inderdaad, heel paradoxaal dat economische waarde zo’n belangrijk criterium is geworden voor de definitie van moderne kunst.’
Marieke vult aan: ‘Jeff Koons is een kunstenaar, maar ook heel erg een zakenman.’
De vooroordelen ten aanzien van het materiaal lijken het tweetal nog het hoogst te zitten: ‘Het zou om de technieken en niet om het materiaal moeten gaan. Je maakt een beeld van klei en giet het in brons: kunst. Je maakt een beeld van klei, giet het in parafine, steekt er een lont in en maakt er een kaars van: geen kunst. Vreemd toch? De techniek is precies hetzelfde.’
In het atelier waar het gesprek plaatsvindt, valt het oog op een klassiek ogend bronzen naakt. Marieke en Vadim hebben nu toch geen eieren voor hun geld gekozen, toch niet besloten zich neer te leggen bij heersende conventies?
Nee hoor, geen zorgen. Want nu valt het oog ook op een ander, veel ongewoner ogend naakt, dat van heel fijn materiaal, een soort filigrain lijkt te zijn gemaakt. Het is geen filigrain maar plastic: 3-D filament om precies te zijn, dat Vadim met behulp van een zogeheten 3-D-pen heeft aangebracht. ‘Een techniek die hij zelf heeft bedacht,’ zegt Marieke. ‘Ik ken ten minste niemand anders die dit doet.’
Marieke en Vadim zijn, kortom, een beetje klaar met zand en ijs. ‘We hebben er enorm veel van opgestoken,’ zegt Marieke, ‘en dan met name omdat het zacht materiaal is, waarvan je heel snel iets kunt maken. En daardoor kun je dus ook heel veel maken, en in korte tijd veel leren. Nu is het tijd ons repertoire uit te breiden, en dat doen we met plastic, cement, brons, en was.
‘We moeten ook wat zakelijker gaan denken, want anders dan in ons nomadenbestaan komen de opdrachtgevers niet meer naar ons toe, we moeten zelf de boer op, galeries en musea benaderen, meedoen aan evenementen: kunstroute, open ateliers, enzovoorts.’
Gevestigd kunstenaarschap betekent dus ook ondernemerschap. Een unique selling point hebben ze al: ‘Wij zijn echt specialisten in figuratieve kunst,’ zegt Marieke. ‘Al voel ik dat mijn stijl vrijer wordt, wat juist kan omdat ik zo’n stevige ambachtelijke basis heb.’
En ook al zijn zand- en ijssculpturen door hun vergankelijkheid bij uitstek levende kunst, het is ook wel fijn om nu ook werk te maken dat jarenlang in een museum blijft staan, zoals de twee grote handen van cement die centraal in Hal 3 in Utopia langzaam vorm beginnen te krijgen en voor een nieuw museum in Tilburg zijn bestemd.
Het woord Utopia is gevallen: waarom ervoor gekozen hier te komen wonen en werken? Juist die combinatie van wonen en werken is erg aantrekkelijk, maar er is meer dan louter het praktische aspect.
Marieke: ‘Ik kende Utopia al via mijn oom Hans van den Tol, met wie ik altijd heel erg goed heb kunnen opschieten. Daardoor weet ik dat Utopia een vat vol goud is, een collectief van vreemde eenden in de bijt, die ons doen denken aan onze ijs- en zandsculptuurcollega ‘s. Slimme, aardige, creatieve mensen die niet tot de mainstream behoren. Mensen die bovendien niet alleen iets kunnen bedenken, maar het ook zelf kunnen maken.
‘Dat is een zeer interessante combinatie die zeker niet voor de hand ligt: die directe link tussen dromen en doen, tussen verbeelding en handvaardigheid. Het is enorm inspirerend, ook al wordt hier niet meer zo intensief samengewerkt als in het begin het geval schijnt te zijn geweest. Als ik in deze hal andere mensen aan het werk zie en hoor, stromen mijn eigen armen vol energie.’
Ga hier naar de website van Vadim Gryadov en Marieke van der Meer.
Reacties
Vrijheid van meningsuiting is vaak strontvervelend en bestaat dus niet op deze website. Reacties zijn welkom, maar worden door mij gewogen. Ik zie veel door de vingers, maar niet alles. Scheldpartijen worden sowieso geweerd. Seksisme en racisme uiteraard ook.