De Verborgen Imam en de liefde
Voor de Engelstalige versie, klik hier
Ze was 34 en had al zeven huwelijkskandidaten afgewezen. Maar toen ze Sayyed zag, wist ze dat ze haar echtgenoot had gevonden. De Verborgen Imam had hem al in een droom aan haar voorgesteld.
De woning van wijlen imam Khomeini (1902-1989) in Noord-Teheran is onthutsend klein voor een man van zijn formaat: een simpele kamer met een bedbank, en een poppenhuiskeukentje dat achter een gordijn schuilgaat.
Het zou natuurlijk ook niet goed zijn als het anders was. De mythe van de revolutionaire asceet die een ijdele keizerlijke despoot ten val bracht kan immers niet pakkender dan op deze manier worden uitgebeeld.
Een loopplank verbindt het onderkomen met de ook al kleine en sobere moskee waar de ayatollah tot zijn meest toegewijde volgelingen sprak. Nu klinkt daar wild gesnik van een pikzwarte gedaante die het gezicht achter een sluier verbergt - een huilende schim. ‘Mijn dochter,’ zegt een vrouw verontschuldigend. ‘Steeds als ze hier komt, raakt ze van het padje. Ook al is de imam al zo lang dood.’
De sji’itische islam, die in Iran door 90 procent van de bevolking wordt beleden, is een geloof van rouw, martelaarschap en revolutie. Waar de soennietische islam orthodoxie, starre rechtsgeleerdheid en de gevestigde orde belichaamt, behoort het heterodoxe sji’isme toe aan de verdrukten, de opstandigen, die er een emotionele, mystieke, irrationele en dikwijls ook militante geloofsbeleving op nahouden. Hun kleurrijke processies met flagellanten roepen onontkoombaar associaties op met het katholicisme.
Er is trouwens ook een Jezusfiguur, een verlosser naar wiens wederkeer wordt gesmacht: de twaalfde afstammeling van de profeet Mohammed, ofwel de Verborgen Imam. Sinds hij vele eeuwen geleden op jonge leeftijd verdween, leeft hij ‘in verborgenheid’. Wat de Vali Asr (‘meester van de tijd’) niet belet zo nu en dan een actieve rol te spelen in het leven van Iraniërs, zoals blijkt uit het relaas van Sayyed, mijn gids.
Je mag Sayyed zonder meer een kosmopoliet noemen. Hij heeft een graad in kinderpsychologie en vertaalde Perzische poëzie naar het Engels. In de jaren 70 studeerde hij architectuur in de Verenigde Staten. Hij voorzag daar in zijn onderhoud als ijscoman. Als hij deze periode in herinnering brengt, rollen termen als ‘fucking’, ‘black dudes’ en ‘pigs’ (politie) hem moeiteloos van de lippen. Je vraagt je af in welke kringen de academicus/ijscoman/poëzievertaler indertijd verkeerde.
Tevens is Sayyed een diep gelovig mens en een groot bewonderaar van ayatollah Khomeini. De boze bewering dat deze laatste van Indiase afkomst was, wijst hij resoluut van de hand. ‘Dat is een op niets gebaseerd gerucht.’ Waarom Khomeini nooit lachte? Sayyed is te beschaafd om echt kwaad te worden. ‘Hoe kom je daarbij, mister Carl?’ luidt zijn beheerste repliek. ‘De imam schonk de armen en de verschopten zijn warmte en zijn glimlach. Geloof me: hij kon lachen.’
Bij Sayyed thuis eet ik rijst met olijven en gedroogde dille, kip in knoflookmarinade en linzen met gehakt in tomatensaus. De bereidster blijft vrijwel onzichtbaar. Gehuld in een witte chador, de lange sluier die alleen het gezicht en de handen vrijlaat, zet ze schichtig de gerechten op tafel. Bij het afscheid komt ze even uit de keuken, om ons ‘salam’ (vrede) toe te wensen, en verdwijnt ze weer.
Ze is Sayyeds tweede vrouw. Zijn eerste huwelijk strandde wegens ‘onredelijke eisen’ van zijn echtgenote.
‘Ze vond dat ik te weinig verdiende. Maar haar eigen salaris verspilde ze aan kleding en cosmetica.’ Dan is Sayyed nu veel gelukkiger. Het zint hem dat zijn huidige vrouw een chador draagt. ‘Als we alleen zijn, doet ze die trouwens af,’ licht hij toe. En zonder een zweem van schalksheid in zijn blik: ‘Dan is zij schaars gekleed, om haar echtgenoot te plezieren.’ Waarop hij behaaglijk achterover leunt: ‘Ze is zo lief. Ik ben weer baas in eigen huis.’
Zijn eerste vrouw leerde Sayyed kennen tijdens de betogingen tegen de sjah, die leidden tot de machtsgreep van Khomeini. ‘Ik ben toen gelovig geworden. Ik dacht dat mijn echtgenote hetzelfde ervoer, maar zij koos het foute pad.’ Het foute pad? ‘Emancipatie,’ klinkt het droog.
Nadat Sayyed met zijn eerste echtgenote 18 jaar in een ‘hel op aarde’ had geleefd, greep zijn vader in. ‘Hij gaf me geld om de hadj, de pelgrimstocht naar Mekka, te maken, opdat ik weer tot mezelf kon komen.’ Om eerst de vereiste staat van vroomheid te bereiken, begon hij een moskee in de heilige stad Qom te frequenteren. Het bleek zijn redding te zijn. ‘Ik sloot vriendschap met een stuk of twintig mannen die er wekelijks kwamen. We stichtten een broederschap. Sindsdien steunen we elkaar privé zowel als zakelijk. We hebben zelfs een eigen bank. Tegelijkertijd verschillen we sterk van achtergrond. Ik ben een academicus, een ander is computerprogrammeur, weer een ander tapijtwever.’
De Jamkaran-moskee is ook niet zomaar een moskee. Ze verrees eeuwen geleden op verzoek van niemand minder dan de Verborgen Imam zelf. Zeer vrome mannen kunnen op miraculeuze wijze met hem in contact treden en één van hen kreeg de eervolle opdracht de moskee te bouwen.
Sayyeds vrienden wisten natuurlijk dat hij niet gelukkig was met zijn echtgenote en probeerden hem te helpen. Ze deden een verzoeningspoging. Toen die mislukte, gingen ze op zoek naar een andere vrouw. Ze brachten hem in contact met een nicht van één hunner. ‘In een oogwenk, nog voordat we een woord hadden gesproken, wisten we dat we voor elkaar bestemd waren.’
De amoureuze blikseminslag blijkt een religieuze achtergrond te hebben: ‘Vlak voordat ze mij ontmoette, had mijn vrouw een droom. Een oude, knappe man met een groene tulband was aan haar deur verschenen, samen met een jongere man. De oude man zei: als deze jonge man je ten huwelijk vraagt, wijs hem dan niet af. Mijn vrouw was 34 en nog maagd, ze had al zeven kandidaten afgewezen. Maar toen we aan elkaar werden voorgesteld, herkende ze me meteen: ik was de jongere man uit de droom. De oude man? Mijn vrouw denkt dat hij de Verborgen Imam was. Ze is niet zo hoogmoedig om te zeggen dat ze het zeker weet. Maar natuurlijk was hij de Verborgen Imam. Dat kan toch niet anders?’
Langzaam maar zeker kom ik meer te weten over Sayyeds leven. Zo wordt het mij duidelijk dat hij zijn eerste vrouw heeft verstoten. Dat is een in islamitische landen gebruikelijke vorm van echtscheiding waarbij instemming van de vrouw niet nodig is, ook al moet deze formeel wel worden gevraagd en is tevens een verzoeningspoging door een derde partij verplicht. Vrouwen wordt de mogelijkheid om op deze manier van hun man af te komen, niet gegund.
Ook blijkt dat Sayyed liever tot diep in de nacht op de redactie van zijn werkgever, het staatspersbureau Irna, blijft internetten, dan dat hij thuis bij zijn vrouw zit. Hij heeft misschien niet zo veel met haar te bepraten. Maar als hij het over haar heeft, klinkt toch steeds ongeveinsde genegenheid door.
Ik kan met Sayyed over een scala aan onderwerpen discussiëren. Hij is uitstekend op de hoogte van Europese geschiedenis en filosofie en heeft er kennelijk ook een zekere bewondering voor. Feitelijk bestrijkt hij een breder spectrum dan ik, is hij meer een wereldburger. En ook het predicaat intellectueel misstaat hem niet. Ik mag Sayyed dan een man van paradoxen vinden, zelf lijkt hij tussen Westerse moderniteit en Oosterse traditie te laveren zonder daarbij enig conflict te ervaren. Wel was hij jaren zoekende. Het heeft er echter alle schijn van dat hij inmiddels zijn draai heeft gevonden.
Ik blijf hem doorzagen over de Vali Asr, de Meester van de Tijd. Gelooft hij werkelijk in een dergelijke mythe? Sayyed toont zich weer van zijn diep religieuze kant. ‘Hij heeft me geleid naar de moskee in Qom, hij heeft me in contact gebracht met mijn tweede vrouw. Meer bewijs heb ik niet nodig.’ Heeft hij zelf ooit van hem gedroomd? ‘Dat niet, maar ik hoop hem ooit in levenden lijve te ontmoeten.’
Ik besef dat Sayyed geen uitzondering is, dat dit een diep religieus land is. Haar in het oog springende manifestaties daargelaten, is religie hier een onzichtbare kracht die door alle sociale lagen gaat en elke culturele invloed weet te weerstaan, op een manier die ik nooit zal begrijpen.
En terwijl hij zijn auto door de razende verkeersrodeo van de kilometerslange Vali Asr-straat in Teheran wringt: ‘In religie draait het om een geloof in het niet-waarneembare. Dat is de betekenis van de Verborgen Imam. Zoiets ontstijgt het intellect, dear mister Carl. Misschien hebben we daarom ook zoveel geduld met dit bewind, dat tientallen jaren na de islamitische revolutie zijn beloften nog altijd niet heeft waargemaakt, dat de erfenis van imam ayatollah Ruhollah Khomeini mogelijk al onherroepelijk heeft verkwanseld. Sji’iten wachten al zolang op verlossing. We vinden het niet erg om nog een tijdje langer te wachten.’
Reacties
Vrijheid van meningsuiting is vaak strontvervelend en bestaat dus niet op deze website. Reacties zijn welkom, maar worden door mij gewogen. Ik zie veel door de vingers, maar niet alles. Scheldpartijen worden sowieso geweerd. Seksisme en racisme uiteraard ook.