Slalommen in Kralingen, ofwel: zeer lokale corona-verkenningen
DOOR CARL STELWEG
Deze week ben ik liefst drie dagen achtereen op corona-verkenningstocht geweest in mijn Rotterdamse wijk Kralingen. Ik had namelijk wat in te halen. De eerste drie weken van deze lockdown ben ik amper de deur uit geweest. Mijn lang gekoesterde wens om gecontroleerd te verslonzen – niet meer scheren, weinig douchen, alleen voor de broodnodige boodschappen wat kleren aanschieten, alleen maar heel veel boterhammen met hummus eten – kon ik eindelijk straffeloos ten uitvoer brengen.
Maar op een dag zwoer ik dit riante kluizenaarschap, deze quarantainehemel, toch af. Het was geen realistische manier van leven, en ik ben een sucker for realism. De totale vrijheid ging vervelen, de wil de buitenwereld te trotseren speelde weer op, of de sinistere geest van David Lynch nu in die buitenwereld rondspookte of niet.
Dat bleek nogal mee te vallen. Niks David Lynch. Dystopietje in de dop, ho maar. Het kleine keurige Kralingen baadde nog altijd in zijn beruchte en gekoesterde zelfgenoegzaamheid. Het was bijna ontgoochelend, hoe betrekkelijk normaal en onschuldig de wereld er in mijn wijk nog steeds uitzag.