Wat ging er nou precies mis in de islamitische wereld? Deel 3: Reformatie en verlichting
In 2014 verscheen mijn boekje De Wereld van de Islam in Begrijpelijke Taal bij uitgeverij I-publish. Het is een weerslag van mijn reizen door de wereld van de islam die ik als verslaggever van een landelijke Nederlandse krant heb mogen maken, gelardeerd met een historische beschrijving van de begindagen van de islam, en met een zoektocht naar het wezen van islamitisch radicalisme.
En dat alles in begrijpelijke taal!
Ik had de pech dat ISIS toen nog aan zijn stormachtige opmars moest beginnen. Zodoende schittert de beweging door afwezigheid in mijn boek. Ik haast mij eraan toe te voegen dat mijn pech natuurlijk volledig in het niet valt bij die van de ISIS-slachtoffers.
De ideologische verschillen tussen ISIS en Al-Qaida waren overigens te verwaarlozen, er was vooral sprake van verschil in opvatting over de te voeren strategie: Osama bin-Laden wilde wachten met de stichting van een kalifaat totdat daarvoor een breed draagvlak was, andere jihadisten meenden dat een kernkalifaat zo veel dynamiek en geestdrift zou genereren dat het vanzelf zou uitdijen.
Osama kreeg gelijk, zou je kunnen zeggen. ISIS is niet weg, maar geïmplodeerd, en is nauwelijks meer van Al-Qaida te onderscheiden. Dit betekent dat mijn boekje niet meer achter de feiten aanloopt, en ik het weer ongegeneerd onder de aandacht kan brengen.
Dat wil ik doen door het laatste hoofdstuk in vijf afleveringen op mijn site te publiceren. Dat hoofdstuk vind ik zelf namelijk het meest interessant, omdat het ingaat op de intrigerende vraag waarom de ooit zo luisterrijke islamitische beschaving zo’n achterstand heeft opgelopen op het westen.
Ik onderscheid vier factoren, en sluit af met een epiloog.
Klik hier voor factor 1 (secularisme) en factor 2 (grote Europese ontdekkingsreizen). Hieronder factor 3: Reformatie en verlichting.
_______________________________________
DOOR CARL STELLWEG
Als er iets is waarin het christendom zich van de islam onderscheidt, dan is het wel het zondebesef. ‘Zonde’ bestaat in de islam, maar dan vooral in een nuchtere vorm, als iets wat je niet behoort te doen omdat het laakbaar of zedeloos en in veel gevallen ook strafbaar is.
Er is geen sprake van een verschrikkelijke last die elke mens vanaf zijn geboorte moet dragen, van een verdoemenis die als een schaduw over het hele leven hangt en waarvan je als het meezit pas in het hiernamaals wordt verlost. Ofwel: de erfzonde.
In een godsdienst van wetten zoals de islam is de notie van wat haram (taboe) en van wat halal (toegestaan) is, veel belangrijker. Allah is een soort strenge potentaat die er een handje van heeft met ‘ontzaglijke bestraffingen’ te dreigen voor wie zijn gezag niet erkent en niet doet wat halal is.
Geen prettig iemand – maar eventueel te verkiezen boven de irrationele, wraakzuchtige god van het christendom, die de mens een paar onbezonnen momentjes in de Hof van Eden tot in de eeuwigheid – letterlijk – blijft nadragen.
Het begrip ‘zonde’ was natuurlijk ook handig voor een repressief instituut als de katholieke kerk. Er was alleen hoop op verlossing als je precies deed wat die kerk voorschreef, als je van heel jongs af aan ging biechten, en – dat vooral – je zonden afkocht door middel van de zogeheten aflaten.
Tegen deze praktijk, die neerkwam op afpersing, was al in de middeleeuwen verzet gerezen. De kerk wist met alle tegenstanders op meedogenloze wijze af te rekenen. Pas toen de Duitse theoloog Martin Luther in de 16e eeuw op het toneel verscheen, trad er verandering in.
Zoals veel fanatici bezat Luther een compromisloze integriteit. Als oprecht en vroom christen was hij bovendien vervuld van zondebesef. Hij merkte echter dat de kerk hem helemaal geen soelaas bood: hoe vaak hij ook te biecht ging, hij bleef zich diep van binnen een ellendige zondaar voelen.
Op een dag kwam hij tot het schokkende inzicht dat de kerk een sta-in-de-weg was – dat hij alleen zijn zondebesef kon verlichten als hij rechtstreeks in contact kwam met God. Het ging erom dat hij zelf moest geloven vrij van zonden te zijn. Wat de kerk erover te zeggen had, deed er feitelijk niet toe. Het betrof een persoonlijke gewetenskwestie die niet op enige instantie kon worden verhaald.
Waar haalde de kerk het recht vandaan namens God en de gelovigen te spreken? Ging het in het geloof om de kerk – dat steenrijke, bureaucratische instituut van machtige, inhalige en veelal incompetente geestelijken – of om God en de gelovigen? De vraag stellen was hem beantwoorden.
En zo spijkerde Luther in 1519, in de nacht van Allerzielen, 95 stellingen tegen de handel in aflaten op een kerkdeur in Wittenberg, de plaats waar hij moraaltheologie doceerde. Deze actie sloeg in als een bom. Zozeer zelfs dat zij als het begin van de Reformatie wordt aangemerkt.
De gevolgen waren veel groter dan Luther had kunnen bevroeden en vermoedelijk had gewild. De vele lokale vorsten in Duitsland grepen de stellingen dankbaar aan om de macht van de katholieke kerk, die hun al een tijd een doorn in het oog was, aan banden te leggen.
Nog belangrijker was dat hier, deels onbedoeld, een oproep werd gedaan tot zelfstandig denken, tot het vormen van een eigen oordeel. In die zin is het startpunt van de reformatie ook het startpunt van de Verlichting – dezelfde Verlichting waarmee het christelijke Europa de islamitische wereld voorbij zou streven.
Nu heeft ook de islamitische wereld hervormers gekend: vrijdenkers als de soefi’s, die een ongeremde, mystieke religieuze beleving omhelsden, en scherpslijpers als de salafist Ibn Tajmijja die wel iets weg hadden van Luther met hun pleidooi voor een terugkeer naar de grondslagen van het geloof.
ʻMaar uiteindelijk,ʼ zo schrijft de Afghaanse islam-kenner Tamim Ansary,ʼ is er in de islam nooit iets gebeurd dat lijkt op de Reformatie. Protestanten rebelleerden tegen de kerk en de paus, maar in de islam waren er geen kerk en paus om tegen te rebelleren. In het Westen braken de hervormers de macht van de kerk. Dat deden ze niet om een nieuwe kerk op te bouwen, maar om het individu te emanciperen.
Een dergelijk streven was in het geheel niet onchristelijk, omdat het christendom in zijn diepste wezen om het individu gaat: het biedt een reddingsplan voor ieder mens. De islam stelt een ideale gemeenschap in het vooruitzicht; elke hervormingsbeweging die pleit voor ieders recht het geloof te praktiseren zoals het hem of haar goeddunkt, is dus per definitie in strijd met de belangrijkste doctrines van de islam.ʼ
Hieraan ben ik zo vrij toe te voegen dat ook het christendom met zijn boodschap van naastenliefde een sociaal geëngageerd geloof is. Maar tevens bevat het tal van moeilijk te doorgronden geloofsartikelen, zoals de heilige drie-eenheid, die je niet in de islam terugvindt. Het is zeer wel mogelijk dat Mohammed met de islam het christendom beoogde te rationaliseren. Dit bracht echter een fatale versimpeling met zich mee.
Het probleem dat Luther ontwaarde – een hiërarchie van geestelijken die het contact tussen God en mens belemmerde – doet zich in de islam niet voor omdat deze hiërarchie ontbreekt en er in beginsel dus al sprake is van direct contact tussen God en mens. Er zijn in de islam weinig ingewikkelde mystieke rituelen. Daarom is er nooit behoefte geweest aan een priesterkaste die een correcte uitvoering van deze rituelen waarborgde.
In plaats daarvan wordt er een samenleving opgevoerd die pretendeert perfect te zijn: iedereen is gelijk en wordt rechtvaardig behandeld, er heersen harmonie en eenheid. Dit alles is eigenlijk één groot ritueel, de afspiegeling van een God die eveneens volmaakt en ondeelbaar is. Een God die niet in een Vader, Zoon en Heilige Geest kan worden opgesplitst, maar een God uit één stuk.
Dit onverbiddelijke concept van eenheid - tawhid - biedt geen ontsnapping en geen ruimte voor het individu, omdat het individu, het collectief en het opperwezen idealiter samenvallen. Wie anders wil zijn, valt per definitie buiten de boot.
De emancipatie van het individu, die zich dus meer in het christendom heeft voltrokken dan in de islam, had gevolgen die veel verder gingen dan religie. Nogmaals: Luther had het ongetwijfeld niet echt zo bedoeld, maar zijn kritische bezinning op de rol van de kerk bevorderde kritisch denken in het algemeen.
En zo werden de sluizen opengezet voor het wetenschappelijk denken dat een diepe kloof zou slaan tussen het Westen en de islamitische wereld. Dat kwam ook in niet geringe door de uitvinding van de boekdrukkunst, die zorgde voor een snelle verspreiding en uitwisseling van nieuwe ideeën en wetenschappelijke bevindingen.
De islamitische wereld blinkt uit op het gebied van poëzie, van welsprekendheid – disciplines waarin het koesteren van tradities een belangrijke rol speelt. Creatief en innovatief denken zijn echter veel minder in tel.
Van serieuze wetenschapsbeoefening is nauwelijks sprake. Ter illustratie: de Universiteit van Yale schijnt in een jaar tijd meer wetenschappelijke publicaties voort te brengen dan de hele Arabische academische wereld bij elkaar.
Moslims zijn even gek op technologie als westerlingen. De fascinatie voor modern speelgoed leidt bij hen echter niet tot het bedenken van nieuw speelgoed. Niemand voelt zich ertoe geroepen. Hetzelfde geldt overigens ook wel voor andere niet-westerse culturen. Zo ongeveer alle technologische revoluties hebben de afgelopen eeuwen in het Westen plaatsgevonden (daarvóór in China, zeg ik er onmiddellijk bij) en de laatste pakweg dertig jaar in de VS: denk aan Silicon Valley, Apple en Google.
Het moet wel gezegd dat Japanners, Chinezen en Koreanen in staat zijn gebleken westerse vindingen zo goed na te bootsen dat ze soms beter zijn dan het origineel, en inmiddels het niveau van zelfstandige innovatie lijken te hebben bereikt . Ook wat dit laatste betreft laat de islamitische wereld het tot op heden afweten.
Ooit dronk ik in Teheran samen met een Iraniër een blikje Zam Zam-Cola–Zam Zam is de naam van de bron bij Mekka in de buurt waarvan de Kaäba ooit werd opgericht. Hij wees me op het ouderwetse lipje dat je met een zekere kracht moest los rukken om het blikje open te krijgen. Deed je dat te hard, dan liep je kans dat de inhoud eruit gutste of dat je je in je vingers sneed.
De Iraniër was onlangs in Europa geweest en had daar blikjes gezien waarvan je de lipjes niet hoefde los te trekken om ze open te krijgen, maar moeiteloos kon indrukken – dat was niet alleen gemakkelijker, maar ook veiliger.
‘Zoiets simpels,’ sprak hij bewonderend. ‘Maar bij ons zouden ze er in geen honderd jaar op zijn gekomen.’
Reacties
Vrijheid van meningsuiting is vaak strontvervelend en bestaat dus niet op deze website. Reacties zijn welkom, maar worden door mij gewogen. Ik zie veel door de vingers, maar niet alles. Scheldpartijen worden sowieso geweerd. Seksisme en racisme uiteraard ook.