Fred

In memoriam: Fred (2006-2011)

Ik sta geheel terecht niet bekend als een mensenvriend. Ik moet eraan toevoegen dat ik evenmin een dierenvriend ben. Katten hoeven zich echter niet aangesproken te voelen. Katten zijn mens noch dier, maar wezens die een universum bevolken waar alleen plaats is voor perfectie.

Het is dan ook met grote droefenis dat ik onlangs kennis nam van het verscheiden van Fred. Het enige wat aan Fred niet deugde, was zijn naam. Het is een naam die hem geen recht deed. Ik heb heus wel geschikte Fredden gekend, maar ik ken ook types, Fred geheten, voor wie ik een straatje omloop. Fred kan dus geen kattennaam zijn, aangezien ik elke kat dankbaar ben die zo goedertieren is geweest mijn pad te kruisen. Die dankbaarheid gold niet een groot aantal honden. Fred is dan ook een naam voor plebejers, proleten en patjepeeërs die honden uitstekend past.

Maar afgezien dus van zijn naam was Fred een prachtexemplaar. De kiekjes bij dit stukje – gemaakt door zijn baasjes, een man en een vrouw met wie ik bevriend ben – doen hem geen recht. Dat heb je wel vaker met ware schoonheid : dat die niet in een lens is te vangen. Net zoals ware schoonheid niet hetzelfde is als perfectie. Hoewel katten per definitie perfect zijn, zou je kunnen zeggen dat Fred te dik was. Je zou ook kunnen zeggen dat Fred het meest overtuigende bewijs was dat corpulentie en schoonheid elkaar niet uitsluiten. Want er stond zo veel tegenover die corpulentie.  Ik noem enkel maar zijn prachtige blauwe ogen, die hij zo ontroerend argeloos naar je kon opslaan. Wat me verleidt tot de stelling dat Fred ook het meest overtuigende bewijs was dat domheid en schoonheid elkaar niet uitsluiten.

Freds schoonheid zat, zoals ware schoonheid, echter ook van binnen. Hij had een mooi karakter. In tegenstelling tot veel van zijn soortgenoten, was hij gezegend met een grote lankmoedigheid.  Hij liet zich altijd heel rustig aanhalen, waarbij hij nooit de indruk wekte dit enkel te tolereren, maar evenmin een hinderlijke, opdringerige krolsheid aan de dag legde. Fred was, kortom, een even gelijkmatig als engelachtig wezen dat geschapen leek om lief te hebben en te worden liefgehad.

Enige tijd geleden werd helaas duidelijk wat een belangrijke reden voor die gelijkmatigheid was. Fred werd op den duur zo rustig dat het verdacht veel op lusteloosheid begon te lijken. Hij bewoog zich moeizaam, als een bejaarde. Toch was hij nog maar vijf jaar oud. De dierenarts zei na een kort onderzoek onomwonden: ‘Dit beest is doodziek.’

Hoe dat zo? Een lekkende hartklep, vermoedelijk aangeboren. Fred liep, vijf jaar jong, al op zijn laatste benen. Hij kreeg nog wel medicijnen, maar daar knapte hij niet van op. Hij ging juist steeds verder achteruit. Op een dag was hij verdwenen en wisten zijn baasjes dat hij zich had teruggetrokken om in alle eenzaamheid te sterven, zoals veel zoogdieren doen, als hun de kans hiertoe wordt gegund. Desalniettemin ging één baasje, overmand door verdriet, naar hem op zoek. Luid werd zijn naam geroepen, minuten, vele minuten lang. En zie: daar kwam Fred ineens moeizaam uit de heg gekropen.

Dat is wat me nog het meest ontroert: dat de lokroep van een van zijn verzorgers uiteindelijk sterker was dan zijn stervensinstinct. Dat hij tegen zijn natuur in toestond dat degenen die het innigst van hem hielden, bij hem waren toen hij de laatste adem uitblies.

Rust zacht, Fred. Hopelijk heb je in de kattenhemel, waarvan ik het bestaan waarschijnlijker acht dan een mensenhemel, alsnog een betere naam gekregen – zoals Hammurabi, of Artaxerxes, of Diocletianus – en heers je er over de andere katten met dezelfde lankmoedigheid en mildheid die jou tijdens je aardse bestaan tot voorwerp van verering maakten.

Reacties

Vrijheid van meningsuiting is vaak strontvervelend en bestaat dus niet op deze website. Reacties zijn welkom, maar worden door mij gewogen. Ik zie veel door de vingers, maar niet alles. Scheldpartijen worden sowieso geweerd. Seksisme en racisme uiteraard ook.

  1. Cora van der Male

    What's in a name? Het leven van Fred - waarschijnlijk bedoeld als liefdevolle afkorting van de aristocratische naam Frederick, let wel, met C K, of Frederiekus, (nee, toch niet, dan zou hij wel Driekus genoemd zijn) - was kort maar kennelijk zo zeer de moeite waard dat zijn verscheiden je inspireerde tot deze fraaie en ontroerende lijkrede. Jammer dat je onze katten nooit gekend hebt. En jammer dat je de waardige begrafenis van de zeer oude poes van mijn oudste kleinkinderen niet hebt meegemaakt. Wellicht zitten al die geliefde katten onder het genot van hemelse kattenbrokjes hierover dierbare herinneringen op te halen.

  2. Carl Stellweg

    Inderdaad Cora, jammer dat ik jullie katten niet heb gekend, want zoals ik schreef ben ik verguld met elke kat die mijn pad kruist. Aan dat van die hemelse kattenbrokjes twijfel ik overigens niet, want katten zijn ons door de henel gezonden en keren daar op den duur dus ook naar terug - naar hun natuurlijke habitat. Een troostrijke gedachte, niet?

  3. Ineke

    Als een van de verzorgers van Fred wil ik nog wel wat ophelderen over de naam die hem inderdaad geen recht deed. Deze naam is namelijk niet door ons gekozen en wij hebben geen idee of er een bedoeling achter zijn naam zat. Wij zijn (waren moet ik schrijven) de vierde eigenaren van Fred, alhoewel het woord eigenaar op Fred geheel niet van toepassing is. Ook baasjes is niet het juiste woord, we houden het dus op verzorgers. Zijn 1e verzorger in Den Haag vertrok naar het buitenland en liet Fred en zijn zusje (die overigens niet zulke mooie blauwe ogen heeft) bij de buurvrouw achter. Deze kon de katten echter toch niet houden en wilde beiden naar het asiel brengen. Haar zus echter, die al 4 katten had vond dat zielig en heeft beiden meegenomen naar haar huisje in Noordwijkerhout. Zij was gek op Fred, naamgenoot van haar pas overleden partner, hetgeen de band wat haar betrof alleen maar vergrootte. Echter, Fred kon het niet vinden met een van de andere 4 feline huisgenoten en sloeg aan het zwerven over het bungalowpark waar wij wonen. En zo kwamen wij met Fred in contact. Zo'n prachtkat die ook nog zeer aaibaar was, iedere keer als ik hem tegen kwam moest ik hem aanhalen (waarbij ook de nodige teken verwijderd werden, wat hij best vond). Het duurde niet lang voor Fred onze woonplek gevonden had en besloot om te blijven. Met onze 2 katten kon hij het wel vinden, hij begreep dat hij eerst de beide evenoude zeer slanke zusjes moest laten eten, er bleef daarna nog altijd genoeg voor hem over, wat hem inderdaad aan te zien was. Ook met de oude Collie Lord, die 6 dagen voor Fred overleed had hij geen moeite. Zijn 3e verzorgster, Maria had wel veel moeite met Fred's keuze en kwam hem nog dikwijls bij ons opzoeken. Uiteindelijk heeft zij zijn keuze geaccepteerd, wat betekende dat Fred ook met ons mee op reis ging (1e foto in de camper waar hij zich geheel op zijn gemak voelde, 2e foto in de tuin in Portugal, waar hij zich door geen kat of hond van de wijs liet brengen). Maria was er bij toen (haar tweede) Fred zijn hortende, laatste adem uitblies. Wij missen hem erg.

  4. Carl Stellweg

    Dank, Ineke, voor deze uitgebreide verantwoording. Ik gebruik trouwens zowel de term 'baasjes' als 'verzorgers' in het stukje, maar ik ben het met je eens dat 'verzorgers' gepaster is. Nu herken ik ineens ook jullie tuin in Portugal op de 2de foto. De mooie steen waar Fred op ligt - daar heb ik nog op gestaan om een glimp van de Atlantische oceaan op te vangen. Fijn te weten dat Fred en ik dezelfde steen hebben gebruikt, zij het met een heel ander doel. The rest is silence.

  5. Pim Wiersinga

    Moge hij (?) herrijzen als Artaxerxes de Tweede... Nee, als Ramses Zes!




* Verplicht, email adres wordt niet gepubliceerd