happy_tunisia_pharrell_williams_viral

Domweg gelukkig in het Midden-Oosten

Door Carl Stellweg

Geheimpje verklappen? Zelfs in het Midden-Oosten zijn mensen soms domweg gelukkig. En dus heeft de You Tube-viral van het liedje ‘Happy’ ook dit deel van de wereld aangestoken.

Voor wie de afgelopen maanden op een andere planeet heeft geleefd: ‘Happy’ was eind vorig jaar een wereldhit van de Amerikaanse zanger/producer Pharrell Williams. Samen met de single werd een 24 uur durende videoclip uitgebracht waarin tientallen mensen op de klanken van het liedje, eindeloos herhaald, zich een weg door Los Angeles dansen. Onder hen een handvol beroemdheden, zoals Kelly Osborne, Magic Johnson en Sergio Mendes. Voor het overgrote deel gaat het echter om anonieme individuen, van alle leeftijden en uit alle lagen van de bevolking, die maar één ding gemeen lijken te hebben: ze zijnhappy.

De clip ontketende een rage: binnen korte tijd verschenen er op You Tube tientallen eigengemaakte Happy-filmpjes uit landen en steden wereldwijd. Zo ook uit de Arabische wereld.

Zoals in Tunesië ooit de Arabische lente uitbrak, zo had het land nu ook de primeur van een Arabische Happy-clip:

YouTube voorvertoningsafbeelding

Er zijn inmiddels ook versies uit LibanonMarokkoen Egypte:

YouTube voorvertoningsafbeelding

Ach, wat zien ze er fris en fruitig uit, de Arabische jongeren die in deze clipjes het voortouw nemen! Wat lijken ze op hun westerse leeftijdgenoten! Als je ze zo ziet swingen en springen en buitelen door hun straten, stegen en souks, kun je niet anders dan een warm optimisme voelen.

Maar, zo zal de scepticus tegenwerpen, zijn deze jongelui wel representatief?

Nee, dat zijn ze niet. Net zo min als de menigten op het Tahrir-plein die president Moebarak drie jaar geleden tot aftreden dwongen representatief waren. De gemiddelde Egyptenaar – de kleine neringdoende, de losse werker, de onderbetaalde ambtenaar  - zag het met zorg aan, wat er op dat Tahrir-plein gebeurde. Hij had het al moeilijk genoeg, en daarom applaudisseert hij nu voor generaal Al-Sisi, de man die na drie jaar bloedige trammelant en groeiende economische nood weer voor rust en stabiliteit zal zorgen. Ontnuchterend, zeker, maar wat kan de gewone man of vrouw, arm en ongeletterd, anders dan vertrouwen op mensen als generaal Al-Sisi?

middle class

Bord bij en betoging in Libanon

Zijn de jongeren die dansen op die vrolijke jazzy klanken van Pharrell Williams dan irrelevant? Nee. Ze vertegenwoordigen demiddenklasse, die de laatste jaren in de hele niet-westerse wereld, dus ook in het Midden-Oosten, aan een formidabele opmars bezig is. Volgens het Brookings Insitute telt op dit moment de mondiale middenklasse – mensen die tussen 10 en 100 dollar per dag vrij te besteden hebben en zich een ijskast en soms een auto kunnen veroorloven – zo’n 1,8 miljard leden. Dat is een derde van de wereldbevolking. Tegen 2020 zullen dat er 3,2 miljard zijn, op in totaal 7,8 miljard mensen: ruim 40 procent van de wereldbevolking zal dan tot de middenklasse behoren. Volgens de VN is er sprake van een welvaartsstijging die, over de afgelopen anderhalve eeuw gemeten, haar weerga niet kent.

Plafond bereikt
De oorzaak? Daarover twisten de economen nog, maar in ieder geval lijkt de groei deels te danken aan het simpele feit dat ontwikkelingslanden economisch van ver komen, en dus alleen al daarom meer groeipotentieel hebben dan het Westen, waar de laatste jaren juist sprake is geweest van economische neergang en een uitholling van de middenklasse. Het kan zijn dat het Westen tegen zijn plafond aanzit, en alleen kan groeien door te innoveren – het moeilijkste wat er is – waar in de niet-westerse wereld het gebruik van beproefde lokale knowhow nog garant staat voor productieve en economische groei. Die goeie ouwe maak-economie, die we in het Westen voor een belangrijk deel hebben ingeruild voor ‘consultancy’ en ‘het implementeren van werkprocessen’, is elders nog – of opnieuw – een motor van vooruitgang.

Bordjes verhangen
De bordjes lijken verhangen: betrekkelijk kort geleden waren de meeste niet-westerse economieën niet productief. Hele kleine, extreem gefortuneerde handelskastes en hun gunstelingen hadden praktisch alle touwtjes in handen: een in het oog springend voorbeeld is de koninklijke familie van Marokko. En nu? Nu lijkt het soms of de westerse economieën zijn overgeleverd aan de potentieel desastreuze praktijken  van een klein groepje steenrijke woekeraars, terwijl daarbuiten zich een verlate industriële revolutie voltrekt.

Zo is de Amerikaan Christopher M. Schroeder, een investeerder in interactieve technologie, ronduit enthousiast over wat er tegenwoordig in de Arabische wereld gebeurt op het gebied van – deels ook innovatief – ondernemerschap. Niet alleen verdienen Arabische equivalenten van Yahoo (Maktoob, inmiddels door Yahoo opgekocht) en Amazon (Souq.com) goud geld, ook zijn er tal van jonge starters die met apps inventieve oplossingen bedenken voor lokale problemenzoals het verkeer in Caïro. En verder constateert hij tot zijn verbazing dat aanbieders van aanvullend onderwijs in Egypte inmiddels een miljardenbusiness bestieren. Onderwijs: traditioneel de achilleshiel van de Arabische wereld…

Wat betekent dit alles maatschappelijk? Een wezenskenmerk van de middenklasse is dat ze waarde hecht aan levenskwaliteit. Middenklassers willen leven, niet alleen overleven. Anders dan hele arme mensen, die blij zijn met elke maaltijd die ze bij elkaar weten te scharrelen, streven ze naar geluk. En dus eisen ze een overheid die hen niet in dat streven dwarsboomt, maar faciliteert. Ze willen niet alleen toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en andere openbare voorzieningen, die voorzieningen moeten ook nog eens van een behoorlijk niveau zijn. Ze dienen tegemoet te komen aan de aspiraties van degenen voor wie ze zijn bedoeld.

Wanneer de overheid deze kwaliteit niet of niet tijdig genoeg weet te leveren, kan dit grote spanningen tot gevolg hebben – met name omdat de niet-westerse middenklasse anders is dan de moderne burgerij die na de Tweede Wereldoorlog in het Westen tot bloei kwam: armer, lager opgeleid, veelal werkzaam in de informele economie, kortom: kwetsbaarder.

Mario Pezzini, directeur van het ontwikkelingscentrum van de OESO, maakt zich daar zorgen om. ‘Wanneer sprake is van onzekere inkomsten en instabiele werkgelegenheid, leiden de bestedingen van deze mensen niet noodzakelijkerwijs tot nationale ontwikkeling, noch kan hun groei worden gezien als een teken van sociale vooruitgang.’

Degelijk stelsel van sociale zekerheid
Volgens Pezzini is het van het grootste belang dat overheden zo’n degelijk stelsel van sociale zekerheid weten op te bouwen dat de middenklasse bereid is eraan mee te betalen. Pas dan is die middenklasse geïntegreerd en is er een stevig politiek-sociaal systeem van geven en nemen, van rechten en plichten, tot stand gebracht; pas dan zijn er, kortom, gunstige voorwaarden geschapen voor nationale ontwikkeling en maatschappelijke vooruitgang. Nodeloos te vermelden dat dit voor landen als Egypte, Jemen en Libië heel moeilijk te realiseren zal zijn.

Daarnaast is het de vraag of een robuuste middenklasse de komst van democratie zal bespoedigen. Daar wordt vaak van uitgegaan, maar de waarheid is dat de democratie, na decennia lang in opkomst te zijn geweest, de laatste tien jaar forse deuken in haar reputatie heeft opgelopen en dat daardoor dus ook haar sprookjesachtige aantrekkingskracht is verbleekt.

domweg

Ga maar na: de kredietcrisis in 2007 en 2008 legde de machteloosheid van democratische overheden ten opzichte van roekeloze bankiers bloot; de EU-crisis toonde volgens sommigen aan dat nationale democratieën zich aan ongekozen technocraten hebben uitgeleverd; de oorlog die de VS in Irak voerde om naar eigen zeggen democratie in het Midden-Oosten te verbreiden bleek een spectaculaire misrekening; het gepolariseerde Amerikaanse Congres levert een structurele wanprestatie; de strapatsen van Poetin en Erdogan hebben van de democratie in hun land een travestie gemaakt; de Arabische revoluties, die aanvankelijk de belofte van democratie in zich borgen, lijken vooral chaos en geweld te hebben voorgebracht. Belangrijker nog dan dit alles is dat de prestaties van China suggereren dat een efficiënte dictatuur te verkiezen is boven een incompetente democratie. Zo zou China volgens het weekblad The Economist al een beter pensioenstelsel hebben dan de VS.


“De waarheid is dat de democratie, na decennia lang in opkomst te zijn geweest, de laatste tien jaar forse deuken in haar reputatie heeft opgelopen en dat daardoor dus ook haar sprookjesachtige aantrekkingskracht is verbleekt”

Daar staat tegenover dat ook boven de Chinese economie zich donkere wolken samenpakken, wat vooral slecht uitkomt voor het bewind omdat het zijn legitimiteit uitsluitend aan economische voorspoed ontleent. En kan een dictatuur, hoe goed georganiseerd ook, werkelijk voor duurzame voorspoed zorgen? Dictaturen bieden per definitie een vruchtbare voedingsbodem voor machtsmisbruik en corruptie. In China tiert de corruptie welig; de top van de Communistische Partij is onwaarschijnlijk rijk.

Met dat laatste is meteen een andere mondiale ontwikkeling aangestipt, naast de brede welvaartsstijging: het ontstaan van een kleine groep extreem rijke mensen, die letterlijk alles kunnen kopen, ook andermans vrijheid en medezeggenschap. Die de democratie overal de das kunnen omdoen, en – nog erger – economische en financiële rampen kunnen ontketenen waarvoor vanzelfsprekend niet zijzelf, maar de middenklasse de rekening zal betalen.

Plutocraten
Er zijn deskundigen die voorspellen dat de komende jaren de middenklasse overal in opstand zal komen tegen de plutocraten. De westerse en niet-westerse middenklasse slaan de handen ineen; de eerste om haar neergang te stuiten, de tweede om haar weg opwaarts veilig te stellen. Het lijdt geen twijfel dat een nederlaag van de plutocraten een overwinning zal zijn voor de democratie. In dit model zal de middenklasse uiteindelijk inderdaad het meest bij democratie gebaat zijn, en krijgt Karl Marx een heel klein beetje gelijk. In ieder geval genoeg voor een ‘ghostly smile on his face’, schrijft Charles Kenny in het tijdschrift Foreign Policy.

Democratieën lijken altijd zwakker dan ze zijn, zo citeert The Economist de 19de-eeuwse Franse filosoof Alexis de Tocqueville: aan de oppervlakte heersen verwarring en besluiteloosheid, daaronder schuilen onvermoede krachten. In het streven naar democratie zit een verlangen naar ontplooiing en geluk van mensen die zich uit de ketenen van de armoede hebben bevrijd. Is het niet veelzeggend dat in de onafhankelijkheidsverklaring van de oudste moderne democratie ter wereld wordt gerept van ‘the pursuit of happiness’?

tocque

Zo zijn we terug bij ‘Happy’ van Pharell WilliamsEen liedje dat een jonge Arabische middenklasse heeft gebruikt om haar plaats in de publieke ruimte op te eisen. En om haar onverbeterlijke levensvreugde en hoop op een betere toekomst uit te schreeuwen.

Reacties

Vrijheid van meningsuiting is vaak strontvervelend en bestaat dus niet op deze website. Reacties zijn welkom, maar worden door mij gewogen. Ik zie veel door de vingers, maar niet alles. Scheldpartijen worden sowieso geweerd. Seksisme en racisme uiteraard ook.




* Verplicht, email adres wordt niet gepubliceerd