Mijn Madeleine, of: terug naar de magie van 29 augustus 1971

psv 1970-71A

DOOR CARL STELLWEG

Wel eens iets van Marcel Proust gelezen? Nee? Welkom bij de club. Er is nog plaats, al is het dringen. Ik heb Proust ook niet gelezen namelijk. Maar zoals veel mensen die Proust niet hebben gelezen, heb ik wel veel over Proust gelezen. Zo woeker je met je tijd, en blijf je meetellen aan de intellectuele borreltafel.

Zodoende weet ik van Proust wat de smaak van een in bloesemthee gedoopte Madeleine (een schelpvorming cakeje) deed met de verteller van À la Recherche du Temps Perdu: hij werd overspoeld door jeugdherinneringen. Volgens mijn vriendin, die bezweert Proust wél te hebben gelezen, althans ‘grote delen’, ligt het iets ingewikkelder, maar valt het wel zo samen te vatten.

marcel-proust-3

Geur en smaak zijn de sterkste dragers van herinneringen, dat is welbekend. Wat zou mijn in bloesemthee gedoopte Madeleine zijn? Antwoord: de sigaar. Geen sigaar van een specifiek merk, of een die ik zelf opsteek, maar een willekeurige, anonieme, in de openbare ruimte opgestoken sigaar waarvan de rook onaangekondigd mijn neus in kringelt.  Dan is het op slag weer 29 augustus 1971, en zit ik in Eindhoven op de tribune van de Philips Sport Vereniging, kortweg PSV. Dan ben ik weer in het stadion tussen Frederiklaan en Mathildelaan, ofwel tussen het spoor (de ‘railway side’) en de onvervalste fabrieksarbeiderswijk Philipsdorp, en voel ik weer diezelfde ontzaglijke, sprookjesachtige opwinding.

Lees meer

Ahmed Abu Artema: één democratie voor joden en Palestijnen ? – graag, maar dan geen verzuilde democratie als in Libanon

ahmad

DOOR CARL STELLWEG

Dit artikel verscheen ook in Soemoed, nr. 2 2020 (maart-april) en is een vervolg op een eerder interview metAli-Ahmad Aboe Artema

Tijdens een bijeenkomst op 29 januari in het Humanity House in Den Haag benadrukt hij dat het verhaal van zijn leven enkel van belang is omdat het eigenlijk geen persoonlijk verhaal is, maar het verhaal van elke Palestijn in bezet gebied.

Ahmed Abu Artema, een van de meest vooraanstaande activisten van de Grote Terugkeermars in de Strook van Gaza, werd geboren in 1984. Hij groeide op in een wolk van traangaas, een litanie van uitgaansverboden, een regime van collectieve straffen, enzovoorts  – alle vertrouwde elementen waaruit de gewelddadige vlakschaaf van de bezetting is gesmeed.

Maar toch was hij een beetje anders dan veel lotgenoten om hem heen: hij trok zich terug in een innerlijke wereld van lezen en schrijven, van reflectie, die hem leerde om niet in eendimensionale oplossingen te denken.

Geen oog om oog, tand om tand, geen twee etnische groepen die een gewapende vrede zouden sluiten en zich vervolgens zo veel mogelijk van elkaar zouden afzonderen. Het was hem al vroeg duidelijk dat vrede, ware vrede, iets anders vergt: iets dat hij ‘flexibiliteit’ noemt.

Lees meer

Sprankelende verhalen uit het Midden-Oosten

Arab-spring-680x380

Dit jaar is het tien jaar geleden dat de  zogeheten Arabische Lente uitbrak. Een lente die, zo viel al vrij snel te lezen, op een barre winter uitdraaide.

En wie zou dit durven te betwisten, gezien de verschrikkelijke burgeroorlogen waarin landen als Syrië, Libië en Jemen zijn verwikkeld, en de brute dictatuur die Egypte in zijn greep houdt?

Toch vind ik dat dit onbarmhartige oordeel  dringend nuancering behoeft.

Politiek gezien heeft de Arabische Lente tot een tragedie geleid, maar er is ook sprake van een minder bekende maar zeker niet minder belangrijke psychologische en culturele lente, die lijkt  voort te duren.

De opstanden van de afgelopen maanden – of jaren – in landen als Libanon, Irak, Algerije, Iran en met name Soedan, die grotendeels door de westerse media zijn genegeerd, wekken het sterke vermoeden dat de collectieve apathie die decennialang in het Midden-Oosten heerste,  tot het verleden behoort.

‘Mensen zijn wakker geworden’, hoor je in de hele regio, en: ‘De strijd duurt misschien wat langer, maar is nog niet voorbij.’

Bovendien zijn kunst en cultuur de afgelopen tien jaar in het Midden-Oosten onmiskenbaar tot bloei gekomen: andermaal een teken dat de samenlevingen levendiger en creatiever zijn geworden onder invloed van alle politieke onzekerheid, instabiliteit en frustratie.

Een paar jaar geleden schreef ik het verhaal ‘Sprankelende verhalen uit het Midden-Oosten’, dat voornamelijk gaat over alternatieve Arabische journalistiek. Ik denk niet dat het verouderd is.

De meeste van de door mij beschreven media zijn nog steeds actief en floreren zelfs;  met uitzondering, helaas, van het mooiste: The Outpost in Libanon – hoewel de oprichter, Ibrahim Nehme, dit jaar van plan is het blad nieuw leven in te blazen.

Al met al ben ik er nog steeds van overtuigd dat de Arabische Lente niet dood is. Die is op een aantal plekken zelfs zeer zichtbaar, en waar dit niet zo is, vermoed ik dat ze is ondergedoken, wachtend op de gelegenheid zich opnieuw te manifesteren.

De lente is immers een periode van grote instabiliteit en historische lentes hebben de neiging lang te duren.

DOOR CARL STELLWEG

Laat alle hoop varen, gij die hier opgroeit. Een parafrase op de hel van Dante, ooit door Gerard Reve gebruikt om Amsterdam Betondorp te typeren. Is de zinsnede ook niet al te zeer van toepassing op het Midden-Oosten? Misschien niet. Want tegen de stroom in groeit daar een burgermaatschappij, ondersteund door opmerkelijke, nieuwe media.

Idealisten zijn het, die soms bewust de professionaliteit mijden. Creatieve geesten die grotendeels buiten het gezichtsveld van de massamedia opereren. Dromers én sceptici, van wie velen een reguliere journalistieke achtergrond missen, en die misschien juist daarom de voorhoede vormen van een nieuw soort journalistiek, voor een nieuw Midden Oosten.

Lees meer