In 1999 interviewde ik voor het Algemeen Dagblad de Amerikaanse journalist en schrijver Edward Ball over diens boek ‘Slaven in de familie’ (oorspronkelijke titel, u raadde het al: ‘Slaves in the family’). Gezien het huidige racismedebat lijkt het interview ineens weer heel actueel, en daarom druk ik het opnieuw af. Saillant detail: het herdenkingsmonument voor de slavernij waarvan aan het eind van het interview sprake is, is er nooit gekomen. Wel is er sinds 2016 een National Museum of African American History and Culture in Washington DC. Daar werd al meer dan een eeuw voor geijverd.
DOOR CARL STELLWEG
Tussen 1698 en 1865 bezaten de voorouders van de Amerikaanse journalist en schrijver Edward Ball 4000 slaven, die op tientallen rijstplantages hun gedwongen arbeid verrichtten. Als eerste van zijn familie sprak Ball met enkelen van hun nazaten, ontdekte zelfs (verre) bloedverwanten en schreef hierover een lijvig boek.
Slaven in de familie is zowel een imposante reconstructie van de meest duistere episode uit de Amerikaanse geschiedenis, als een pijnlijk gewetensvolle afrekening met de mythes uit de jeugd van de auteur.
Het werk, dat vorig jaar de National Book Award won, is onlangs in Nederlandse vertaling verschenen. Edward Ball: ,,De erfenis van de slavernij maakt het voor blanke Amerikanen nog steeds onmogelijk om op te groeien zonder angst en afkeer voor zwarten te voelen. En vice versa.”
Bijna was ik deze mail begonnen met ‘alles goed?’ Hoewel ik het niet weet, omdat jij mijn intiemste onbekende bent, ga ik ervanuit dat je me een dergelijke aanhef niet in dank had afgenomen. Want ik weet dan wel niets van je, ik veronderstel oneindig veel over je. Bijvoorbeeld dat je op de vraag ‘alles goed?’ zou antwoorden met: ‘Nee. Natuurlijk is niet alles goed. Moet dat dan?’
Zo reageer ik zelf namelijk ook vaak op die vraag, die eigenlijk geen vraag is. En ik ga er vanuit dat jij en ik veel gemeen hebben. Daar begint de ellende al: de instinctieve hang naar soortgenoten, zelfs in de oppervlakkigste dingen. De uitsluiting van de ander.
Hartelijk dank voor uw inzending voor literair tijdschrift …….. .
Helaas moeten we u meedelen dat de redactie heeft besloten uw bijdrage niet te plaatsen. Het spijt ons u niet beter te kunnen berichten en we wensen u veel succes met het vinden van een andere publicatiemogelijkheid.
Met vriendelijke groeten,
……
Geacht literair tijdschrift,
Hartelijk dank voor uw bericht. Ik begrijp dat u veel inzendingen ontvangt, toch zou een korte motivering van uw afwijzing u sieren. Geen danspasjes, geen krullen, geen huichelachtige beleefdheden, gewoon de naakte, lelijke waarheid, die ook in een aantal standaard-motiveringen gegoten kan worden.
Om u op weg te helpen doe ik u enkele suggesties aan de hand: