Archief voor maart, 2020

In Syrië kun je niet rouwen om wat er is gebeurd: gesprek met activiste Marcell Shehwaro

Shewaroo

Terwijl in Nederland en andere landen grote delen van de bevolking thuis zitten te kniezen (of te genieten van het kluizenaarschap, zoals ik), sterven in de Syrische provincie Idlib kinderen op straat.

Zeg niet dat we daar niets mee te maken hebben, we hebben er alles mee te maken omdat we met de voornaamste aanstichters van deze humanitaire catastrofe – de islamistische despoot Erdogan en de massamoordenaar Bashar al-Assad  – duistere dealtjes hebben gesloten om vluchtelingen buiten de deur te houden.

Het is precies om die reden dat de bevolking van Idlib klem zit.

Maar nu Bashar al-Assad de oorlog heeft gewonnen zonder dat hij, paradoxaal genoeg, in staat is er een einde aan te maken, denk ik met regelmaat terug aan de Syrische burgers die ik heb mogen interviewen. Ik denk aan hun dromen, hun wanhoop, hun leed en hun soms onvoorstelbare moed, hun onverklaarbare levensblijheid. Ik denk aan hoe ze door zowel politici als media zijn genegeerd.

Medelijden kunnn ze krijgen, geen medezeggenschap, alsof ze bijfiguren zijn in het Syrische drama. Alsof ze geen waardigheid en identiteit hebben.

Een van de meest bijzondere Syrische activisten die ik heb geïnterviewd is Marcell Shehwaro (30) uit Aleppo. Een indrukwekkende vrouw. Het vraaggesprek is een beetje gedateerd waar het ISIS betreft, maar mijns inziens zeker nog de moeite waard om te lezen. Marcell woont tegenwoordig in de Verenigde Staten en maakt het zo te zien goed. Haar weblog kan ik iedereen aanraden, want ze kan prachtig, scherpzinnig en aangrijpend schrijven. 

DOOR CARL STELLWEG

Marcell Shehwaro (30) uit Aleppo vertegenwoordigt een deel van de Syrische bevolking dat wonderlijk vaak over het hoofd wordt gezien: burgers die tegen de stroom in, maar dikwijls met verbazingwekkende vastberadenheid en succes, een samenleving overeind proberen te houden. En ook niet de moed verliezen als ze door schrijnende persoonlijke tegenspoed worden getroffen. Een interview.

De eerste vraag aan de burger-activiste uit de geteisterde tweede stad van Syrië is hoe het gaat met mede-activiste en plaatsgenote Maha Hrer (27), die eerder in Nederland was en toen ook door mij, namens het Grote Midden Oosten Platform werd geïnterviewd.

‘Het gaat niet zo goed met haar,’ luidt het onverbloemde antwoord. ‘Maar wat wil je? Ze mag dan net als ik al een tijd veilig in Gaziantep in Turkije zitten en een betrekkelijk normaal leven leiden, maar dan speelt juist op wat je allemaal hebt meegemaakt. In Syrië kun je niet rouwen om wat er is gebeurd. Dat doe je pas als je onder die stolp van gevaar en geweld uit bent gekomen. Ik heb slachtingen gezien, met eigen ogen. Nu ik een paar maanden in Gaziantep zit, dringt dat pas helemaal tot me door.

Lees meer

Marieke van der Meer en Vadim Gryadov: kunstenaarssprookje krijgt vervolg in Utopia

GryadovMeer5

Voor het prachtige Jubileumboek van Utopia – een Rotterdams collectief op het snijvlak van kunst en techniek – interviewde ik in 2018 een architect/vormgever, een architectuurfotograaf, een kunstenaar-fotograaf , een kunstenaar-café-exploitant, en de beeldhouwers Marieke van der Meer en Vadim Gryadov. Het gesprek met de twee laatsten druk ik hier af. Onder het motto: liefde en kunst in tijden van corona. Het jubileumboek kun je hier bekijken. Tik mijn naam in het zoekvak om de andere interviews te lezen. 

DOOR CARL STELLWEG

Het leven van Marieke van der Meer en haar Russische levenspartner en collega Vadim Gryadov heeft iets van een sprookje, maar het is een sprookje vol paradoxen.

Jarenlang leefden ze uit hun koffer, reisden ze de wereld rond, waren ze tachtig procent van de tijd onderweg voor hun werk.

Wat voor werk? Sprookjesachtig werk. Zand- en ijssculpturen maken. Zij en hun vakgenoten vormen misschien een van de kleinste en meest bevoorrechte moderne nomadenstammen: er zijn wereldwijd hooguit zo’n 150 fulltime zand- en ijssculpturenmakers, globetrotters die elkaar voortdurend tegenkomen bij de exclusieve projecten waar ze niet zelden samen aan werken en waarmee ze, eerlijk is eerlijk, een zeer goed belegde boterham verdienen.

Wanneer je zo’n zigeunerbestaan leidt, dus bijna nooit thuis bent, kun je eigenlijk geen relatie hebben, tenzij met een andere zigeuner die hetzelfde doet als jij. Die van diezelfde, bovengenoemde nomadenstam is.

Lees meer

Er zijn veel mensen in de Gazastrook die de vogels benijden

Artemaaa

Dit interview verscheen eerder in Soemoed januari-februari 2020 | nr. 1

DOOR CARL STELLWEG

De Palestijnse schrijver en activist Ahmed Abu-Artema uit de Strook van Gaza legde met een paar facebook-posts in 2018 de kiem voor  de grootschaligste vreedzame Palestijnse protestactie ooit: de Grote Mars van de Terugkeer. Bijna twee jaar later is het tijd de balans op te maken. Die is, met honderden dodelijke slachtoffers en duizenden zwaar gewonden, bitter. Maar ook heeft de Grote Mars van de Terugkeer voor eens en altijd iets duidelijk gemaakt: dat de Palestijnen de bezetting nooit zullen accepteren. Eind januari bezocht Abu-Artema Nederland. Het Nederlands Palestina Komité organiseerde samen met de studievereniging FFIPP een openbare avond met hem in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.

Als wij zijn eigen poëtische beeldspraak mogen lenen – en misschien mag dat wel, want de status van dichter die sommige media hem toekennen, wijst hij beleefd af – zou je hem een vogel kunnen noemen die betrekkelijk kort geleden aan zijn kooi is ontsnapt, en die toch niet vrij is. Een vogel met een pijnlijke missie, die binnenkort weer naar zijn gevangenis terug moet om vandaaruit, met tal van lotgenoten, zijn onderdrukkers andermaal te trotseren.

Hoe? In ieder geval vreedzaam. Want ook al erkent Abu-Artema dat veel van zijn volksgenoten moeite hebben zijn visie te delen, hij blijft erbij dat alleen geweldloos verzet de Palestijnen een uitweg biedt.

Lees meer

Edele wilden, ooit: een parabel over de verloren schoonheid van de waarheidsvinding

MasaiKids

DOOR CARL STELLWEG

Het is nog niet eens zo lang geleden dat men ’s morgens vroeg onze rijzige gestalten door het open veld kon zien marcheren.

Vervaarlijk moeten wij er hebben uitgezien, met die reusachtige verentooien, loom wiegend op onze hoofden in de warme savannewind – vervaarlijk en tegelijkertijd aandoenlijk onschuldig.

Edele wilden, dat waren we. Kinderen van de natuur. En het is nog niet eens zo lang geleden.

Waar gingen wij naar toe? Naar de kantoorgebouwen die na enige uren marcheren voor ons opdoemden. De kantoorgebouwen waar wij ons dagelijks nuttig maakten. Vastberaden verlieten wij dagelijks onze biotoop, het open veld, de savanne, de wildernis, om ons in gindse kantoorgebouwen nuttig te maken.

Lees meer