Archief voor april, 2013

De Verborgen Imam en de liefde

hidden imam-ali-image01

Voor de Engelstalige versie, klik hier

Ze was 34 en had al zeven huwelijkskandidaten afgewezen. Maar toen ze Sayyed zag, wist ze dat ze haar echtgenoot had gevonden. De Verborgen Imam had hem al in een droom aan haar voorgesteld.

De woning van wijlen imam Khomeini (1902-1989) in Noord-Teheran is onthutsend klein voor een man van zijn formaat: een simpele kamer met een bedbank, en een poppenhuiskeukentje dat achter een gordijn schuilgaat.

Het zou natuurlijk ook niet goed zijn als het anders was. De mythe van de revolutionaire asceet die een ijdele keizerlijke despoot ten val bracht kan immers niet pakkender dan op deze manier worden uitgebeeld.

Een loopplank verbindt het onderkomen met de ook al kleine en sobere moskee waar de ayatollah tot zijn meest toegewijde volgelingen sprak. Nu klinkt daar wild gesnik van een pikzwarte gedaante die het gezicht achter een sluier verbergt - een huilende schim. ‘Mijn dochter,’ zegt een vrouw verontschuldigend. ‘Steeds als ze hier komt, raakt ze van het padje. Ook al is de imam al zo lang dood.’

De sji’itische islam, die in Iran door 90 procent van de bevolking wordt beleden, is een geloof van rouw, martelaarschap en revolutie. Waar de soennietische islam orthodoxie, starre rechtsgeleerdheid en de gevestigde orde belichaamt, behoort het heterodoxe sji’isme toe aan de verdrukten, de opstandigen, die er een emotionele, mystieke, irrationele en dikwijls ook militante geloofsbeleving op nahouden. Hun kleurrijke processies met flagellanten roepen onontkoombaar associaties op met het katholicisme.

Er is trouwens ook een Jezusfiguur, een verlosser naar wiens wederkeer wordt gesmacht: de twaalfde afstammeling van de profeet Mohammed, ofwel de Verborgen Imam. Sinds hij vele eeuwen geleden op jonge leeftijd verdween, leeft hij ‘in verborgenheid’. Wat de Vali Asr (‘meester van de tijd’) niet belet zo nu en dan een actieve rol te spelen in het leven van Iraniërs, zoals blijkt uit het relaas van Sayyed, mijn gids.

Je mag Sayyed zonder meer een kosmopoliet noemen. Hij heeft een graad in kinderpsychologie en vertaalde Perzische poëzie naar het Engels. In de jaren 70 studeerde hij architectuur in de Verenigde Staten. Hij voorzag daar in zijn onderhoud als ijscoman. Als hij deze periode in herinnering brengt, rollen termen als ‘fucking’, ‘black dudes’ en ‘pigs’ (politie) hem moeiteloos van de lippen. Je vraagt je af in welke kringen de academicus/ijscoman/poëzievertaler indertijd verkeerde.

Tevens is Sayyed een diep gelovig mens en een groot bewonderaar van ayatollah Khomeini. De boze bewering dat deze laatste van Indiase afkomst was, wijst hij resoluut van de hand. ‘Dat is een op niets gebaseerd gerucht.’ Waarom Khomeini nooit lachte? Sayyed is te beschaafd om echt kwaad te worden. ‘Hoe kom je daarbij, mister Carl?’ luidt zijn beheerste repliek. ‘De imam schonk de armen en de verschopten zijn warmte en zijn glimlach. Geloof me: hij kon lachen.’

 

Bij Sayyed thuis eet ik rijst met olijven en gedroogde dille, kip in knoflookmarinade en linzen met gehakt in tomatensaus. De bereidster blijft vrijwel onzichtbaar. Gehuld in een witte chador, de lange sluier die alleen het gezicht en de handen vrijlaat, zet ze schichtig de gerechten op tafel. Bij het afscheid komt ze even uit de keuken, om ons ‘salam’ (vrede) toe te wensen, en verdwijnt ze weer.

Ze is Sayyeds tweede vrouw. Zijn eerste huwelijk strandde wegens ‘onredelijke eisen’ van zijn echtgenote.

‘Ze vond dat ik te weinig verdiende. Maar haar eigen salaris verspilde ze aan kleding en cosmetica.’ Dan is Sayyed nu veel gelukkiger. Het zint hem dat zijn huidige vrouw een chador draagt. ‘Als we alleen zijn, doet ze die trouwens af,’ licht hij toe. En zonder een zweem van schalksheid in zijn blik: ‘Dan is zij schaars gekleed, om haar echtgenoot te plezieren.’ Waarop hij behaaglijk achterover leunt: ‘Ze is zo lief. Ik ben weer baas in eigen huis.’

Lees meer